woensdag 3 juni 2015

Joost van den Vondel

Ik plaats hier een gedicht voor mijn leesdossier:

De auteur is Joost van den Vondel, geboren in Keulen op 17 november 1587 en overleden te Amsterdam op 5 februari 1679. Joost had als bijnaam "de Prins der dichters", hij was een Nederlandse dichter en toneelschrijver die vele genres beoefende: leer- en lofdichten, lyriek, emblemen en grotere verhalende gedichten.

Portret van Vondel door Ph. Koninck, 1665

ROSKAM° paardenborstel (de ‘kam’ die Vondel gebruikt om het land te zuiveren van corruptie) 



Aan den Heer Hooft, Drost van Muiden 

Hoe koomt, doorluchte Drost, dat elk van godsdienst roemt° zich beroemt op
en onrecht en geweld met dezen naam verbloemt°,             goedpraat 
als waar’ die zaak in schijn en tongeklank gelegen? 
Of zou ’t geen godsdienst zijn rechtvaardigheid te plegen, 
maar slinks° en rechts te staan° na allerhande goed?           links; streven
God voeren in den mond, de valsheid in ’t gemoed? 
De Waarheid° greep wel eer die mensen bij de slippen bedoeld is Christus 
en sprak: ‘Uw hart is ver, gij naakt° me met de lippen.’° nadert; citaat van Matteüs 
15:18 
De Waarheid eist het hart en niet zozeer ’t gebaar. 
Dit laatste zonder ’t eerst’, dat maakt een huichelaar, 
die bij een sierlijk graf zeer aardig wordt geleken: 
   vol rottings binnen en van buiten schoon bestreken°. gepleisterd (toespeling op                                                                                                     Matteüs 23:27) 
Zo was uw vader niet, dien burgervader, neen: 
van binnen was hij juist gelijk hij buiten scheen. 
’k Geloof men had geen gal° in dezen man gevonden           slechtheid 
indien , nadat de dood zijn leven had verslonden, 
zijn lijk waar’ opgesneên°. Hoe was hij zo gelijk                  opengesneden 
dien burgermeestren die wel eertijds ’t Roomse° rijk            Romeinse 
door hunne oprechtigheid opbouwden van der aarde 
ten top; doen akkerbouw in achting was en waarde, 
doen dege° deeglijkheid niet speelde raap en schraap°,        degelijke; inhalig was
en ’s vijands goud min gold dan een gebraden raap 1)
Hoe heeft hem Amsteldam ervaren: wijs en simpel°;            eenvoudig 
een hoofd vol kreuken, een geweten zonder rimpel. 

1) toespeling op een Romeins veldheer die rapen kookte en zich niet liet omkopen 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten